Een algemene stelregel is dat je een probleem bij de bron moet aanpakken.

Wat zijn dan de stralingsbronnen?

Er zijn externe bronnen.

Dat zijn de bronnen buitenshuis, zoals de opstelpunten voor UMTS en GSM die zorgen dat de digitale informatie van de mobiele telefonie worden doorgegeven aan de mobiele telefoons. Ook zorgen deze voor draadloos internet. Via radiogolven worden berichten verzonden naar één of meer ontvangers.  De frequenties voor de mobiele telefonie liggen bij de GSM-technologie (2G) op 900/1800 MHz. Voor de UMTS-technologie (3G) ligt dit op 2100 MHz en voor de 4G op 800/900/1800/2600Mhz. Deze frequenties komen in de buurt van of overschrijden de frequentie van microgolven (1 GHz tot ca. 100 GHz). Daarom worden deze elektromagnetische golven (EM waves) ook hoogfrequent genoemd.

De invloed van de straling van een GSM- of UMTS-mast neemt sterk af met de afstand tot de zendmast. Hoe dichter je bij de mast komt,  hoe sterker de straling is. Dit is wel afhankelijk van de richting waarheen de antenne van de zender gericht is. Pas na een afstand van 400 meter neemt de sterkte van de straling noemenswaardig af. Op een afstand van 400 meter of meer is het niveau van voldoende lage waarde. Er zijn helaas heel wat gebouwen die dichter dan 400 meter van een zendmast af staan. (waar staan masten?) Door zover mogelijk van een zendmast verwijderd te blijven beperk je de invloed op je gezondheid. Als burgers moeten we alert zijn als er zenders of zendmasten worden bijgeplaatst. Zo ver mogelijk uit de buurt van mensen en dieren.

En er zijn bronnen in huis. (interne bronnen)

Hoogfrequent

Dat zijn vooral de WiFi en alle apparaten die werken met draadloze techniek. Zoals o.a. laptops, tablets, mobiele telefoons (smartphones), DECT-telefoons, babyfoons, magnetrons, TV’s met WiFi (zgn. smart TV), Bluetooth apparaten, enz. Dit is ook hoogfrequente elektromagnetische straling. Om de invloed van de straling van deze apparatuur te beperken geldt opnieuw: afstand bewaren. Uiteraard wordt ook de belasting verminderd door de apparaten zo weinig mogelijk te gebruiken, WiFi uit te zetten als je het niet nodig hebt (zeker ’s nachts), of ze niet aan te schaffen. Of als het mogelijk is de apparaten via bedrading te laten werken.

Laagfrequent

Mensen die erg gevoelig zijn voor elektromagnetische straling, ook wel EHS = elektrohypersensitief of elektrohypergevoelig genoemd, kunnen ook last hebben/krijgen van wisselvelden van laagfrequente elektromagnetische velden. Wisselvelden worden veroorzaakt door de elektrische wisselstroom van het 50 Hz elektriciteitsnetwerk in de woning. Ook vrijwel alle elektrische apparatuur veroorzaakt dan klachten, met name apparaten met een transformator. Ook hier geldt, hoe verder van de bron verwijderd, hoe beter. Verder kun je natuurlijk het aantal apparaten die deze wisselvelden veroorzaken beperken. Of je kunt apparaten uitschakelen wanneer ze niet gebruikt worden.

Om de belasting met name in de nacht te verminderen is het mogelijk om een regeling te maken die ’s nachts de stroom (gedeeltelijk) uitschakelt. In de meterkast kun je dan een netvrijschakelaar laten plaatsen. Deze moet aangesloten zijn op de groep van de slaapkamers (eventueel ook naastgelegen ruimtes) . Met deze schakeling wordt de stroom(groep) uitgeschakeld als er geen stroom wordt gevraagd. Dan staat er geen stroom op de bedrading. Zodra er een (licht)schakelaar wordt omgezet, wordt de stroomtoevoer weer ingeschakeld.

Terug naar Straling?