Bij veel mensen leeft de gedachte: hout brandt goed en snel, dus zal een houten huis wel heel erg brandgevaarlijk zijn. En daarom zal de brandverzekering ook wel erg duur zijn.

Ik noem een herkenbaar voorbeeld: kleine stukjes hout in een open haard of vuurkorf branden vel en zijn snel opgebrand. Grote stukken hout branden minder vel en het duurt veel langer voordat ze opgebrand zijn. En als het vuur niet heet genoeg is, dan dooft het vuur bij grote stukken hout zelfs. Daarom zal een huis waarin grote formaten hout zijn gebruikt niet zo snel in brand vliegen. Je steekt niet makkelijk een dikke houten balk aan. Als hout met een grote doorsnede in brand geraakt, dan vormt zich aan de buitenkant van het brandende hout een verkoolde laag. Deze laag zorgt ervoor dat het vuur steeds minder ver in het hout kan treden. Het vormt als het ware een beschermende laag. Hierdoor blijft de kern van het hout intact. (infoblad hout en vuur) Zolang deze overgebleven kern maar dik genoeg is zal de constructie het dan ook niet begeven. Vaak zie je na een brand in een oude boerderij het verkoolde  houten gebintenstelsel nog overeind staan. Dit in tegenstelling tot gebouwen met een stalen skelet of betonnen constructie. Bij brand zal het staal door de hitte vervormen waardoor de constructie kan bezwijken. Door de hitte zal het beton uit elkaar spatten en aan draagkracht verliezen. Gebouwen waarin veel kunststoffen zijn verwerkt zijn nog veel brandgevaarlijker. Bij brand zullen de  kunststoffen smelten en de smeltende druppels zorgen voor verspreiding van het vuur. Ook veroorzaken brandende of smeltende kunststoffen giftige rook en gassen.

Terug naar Houtbouw